Alle gevels van het gebouw zijn bekleed met voorgelakte, verzinkte staalplaten, afkomstig van de automobielindustrie. Uit de platen zijn eerder onderdelen voor vrachtwagens gesneden. Met de verschillende insnijdingen en perforaties leveren deze ‘contourplaten’ nu vanuit elk gezichtspunt een ander gevelbeeld op. Bovendien verduidelijken de hergebruikte staalplaten de functie van het gebouw: hier lever je je (grof)vuil in.
De contourplaten zijn gemonteerd op eveneens eerder gebruikte stalen damwandprofielen die het gebouw een meer verticale geleding geven. Daar waar de gevels geluidwerend zijn, zijn achter de contourplaten verzinkt stalen sandwichpanelen met glasstroken aangebracht. Deze sandwichpanelen komen uit gesloopte gebouwen.
De gevels maken het gebouw tot een ‘luchtige’, open object in zijn omgeving. Tegelijkertijd wordt een te directe inkijk in het interieur en overlast door stof en geluid voorkomen door de geveldelen in de nabijheid van woningen relatief gesloten te houden. Elders zijn de gevels juist meer open om de luchtkwaliteit in het gebouw op peil te houden.
De modulaire structuur van de gevels in combinatie met de ranke, stalen hoofddraagconstructie resulteert in een geheel kolomvrij interieur dat desgewenst gemakkelijk is aan te passen aan gewijzigd gebruik of een andere functie.
Het geheel overdekte afvalbrengstation bestaat uit een gebouw met onder andere installaties, een vloeistofdichte vloer, een beheerdersruimte, een verhoogd losplatform, een in- en uitrit voor particulieren en voor afvalcontainervrachtwagens die aansluiten op de openbare ruimte.